Het geheugen van mijn moeder is niet meer zo best. Behalve wanneer het om vroeger gaat. We lopen richting de Markt in Sittard om een hapje te eten. Ze vertelt weer over hoe ze ondergedoken hebben gezeten – met koeien en al – bij een uitvaartondernemer vlak naast het stadhuis. Dit stadhuis moest jaren later plaats maken voor de V&D. Die wilde wel naar Sittard komen, maar alleen als ze aan de Markt konden zitten. En nu staat er een lelijk gebouw leeg, waar ooit een prachtig stadhuis stond. Dit is nog steeds een doorn in haar oog…
De winkelmarkt heeft ook een geheugen dat blijft steken in het verleden. Veel van de winkelpanden die de stad in het verleden tot een succes maakten, zitten de stad nu flink dwars. Of het nu gaat om grote V&D panden, overdekte winkelstraten die verdekt flink wat winkelmeters bevatten of de smalle pijpenlaantjes waar eigenlijk niemand meer in wil zitten.
Een andere overeenkomst met mijn moeder is dat het niet meevalt om zich aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen. Bestemmingsplannen, regels, lang niet willen toegeven dat het niet meer zo soepel gaat als voorheen. De stad is stram en verandering is moeilijk.
Het besef is er overal, dat de winkelmarkt veranderd is, en dat de stad moet mee veranderen. En ook de wil, maar het stramme lichaam beweegt vaak lang niet zo soepel meer als men zou willen.
Twee weken geleden organiseerde Locatus een Shopview in Enschede en Hengelo. In 2015, tijdens de economische recessie hadden beide steden het zwaar. De leegstand in het centrum steeg van 6 tot 8 % in 2005 naar 15 – 18% in 2015. Nu wij hier 4 jaar later gaan kijken zien we een heel verschillend beeld. In Hengelo bleef de leegstand toenemen, terwijl deze in Enschede weer gedaald is naar het niveau van 2005.
Vanwaar dit verschil?
Enschede (158.000 inwoners) was al bezig met vernieuwing van de stad, voor de recessie toe sloeg. De ontwikkeling van het Van Heekplein gaf de ruimte die de grote winkelketens zoeken. De schaalgrootte zorgt bovendien voor aantrekkingskracht van de consument, ook vanuit de omgeving (30% van het kooppubliek komt uit Duitsland). Nu heeft Enschede nog een paar pluspunten ten opzichte van Hengelo. Het is een studentenstad, van oudsher een rijke textielstad, die al meer op mode gericht was en prachtige oude gebouwen heeft. Ook gunstig is dat de winkelstraten in cirkels liggen waardoor minder snel dooie hoeken ontstaan.
Hengelo (80.000 inwoners) heeft het zwaar. De leegstand heeft de stad in de greep en dit kan niet zomaar verholpen worden. Daar is Hengelo zich terdege van bewust en er wordt op dit moment heel realistisch gekeken wat er nog mogelijk is om van Hengelo weer een aantrekkelijke binnenstad te maken. Kleiner, anders, met een eigen karakter en meer aandacht voor de lokale ondernemers. De grotere ketens en modewinkels zoeken elkaar op in en rondom de Enschedestraat en Telgen. In het zuiden van het centrum zal de V&D omgebouwd worden naar een appartementencomplex en zullen steeds meer panden de winkelbestemming gaan verliezen. Er wordt hard gewerkt aan een compactere binnenstad. De wethouder vertelde dat de meeste bezoekers van de stad het ’t liefst dichtbij zoeken: de ouderen (net als mijn moeder) en de gezinnen met jonge kinderen. Het overige winkelpubliek gaat vaak op zoek naar een breder aanbod.
Hengelo is lang niet de enige stad die winkelketens en winkelpubliek ziet vertrekken. Heel wat plaatsen hebben het zwaar in de schaduw van een veel grotere stad. Vorig jaar schreven we uitgebreid over hoe het Zeist vergaat, onder de rook van Utrecht (Whitepaper Middelgrote Steden).
Verder is Schiedam een naam die vaak voorbij komt in de lijst met steden met hoge leegstand. De Hoogstraat, vroeger een succesvolle winkelstraat heeft het al heel lang moeilijk. In Schiedam wordt hard gewerkt om deze straat er weer bovenop te krijgen. In de Hoogstraat zien we dezelfde trends als in veel plaatsen die het moeilijk hebben. De winkelketens trekken weg en het aandeel van de zelfstandige ondernemers neemt steeds meer toe. Ook wordt het steeds minder druk in de straat. Men verliest hier met name van de grotere ketenwinkels in Rotterdam.
Het Stedelijk Museum Schiedam ligt halverwege de Hoogstraat en opende afgelopen weekend een expositie over de winkelstraat. Over de mensen, de winkels en ja ook over de leegstand, passanten en het type winkeliers. Vandaar dat Locatus nu ook in het museum te zien is:
Deze video laat zien hoe het vele steden vergaat. Het is belangrijk te beseffen dat de winkelmarkt iets onder de leden heeft, wat niet meer terug te draaien is naar vroeger. Er moet goed gekeken worden hoe de binnenstad zich kan aanpassen aan de nieuwe realiteit. Veel steden werken hier hard aan, maar het winkelvastgoed is even weinig flexibel als mijn moeder…
P.S. Leuk museum het Stedelijk Museum Schiedam. Zeker een bezoek waard! Naast de locale expositie over de Hoogstraat ook diverse exposities met moderne kunst. De expositie over de Hoogstraat is nog te bezichtigen tot 6 oktober 2019.