Als je door de hoofdwinkelstraten loopt, zie je met name winkels die bij bekende ketens horen. Deze winkelformules staan al op onze visuele harde schrijf en vallen ons daardoor eerder op.
Maar toch vormen filiaalwinkels landelijk gezien nog steeds een ruime minderheid ten opzichte van de zelfstandig ondernemers. Als we naar het aantal verkooppunten kijken is de filialiseringsgraad in België slechts 18%. Maar in oppervlakte drukken de filiaalwinkels een veel groter stempel op het winkelbeeld.
Maar liefst 40% van de winkelvloeroppervlakte in België behoort tot winkelketens.
Verschilt deze verhouding regionaal en lokaal?
En waar zien we de hoogste en laagste filialiseringsgraad?
Verschillen per Gewest
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest springt eruit als we naar de verhouding kijken op basis van het aantal verkooppunten. Van alle winkelpanden is slechts 15% bezet door een winkelketen (ten opzichte van 18 à 19% in de twee andere Gewesten). Kijken we naar de winkeloppervlakte dan valt het Waals Gewest juist op. Hier is 46% van de oppervlakte van een ketenorganisatie. Het Vlaams en het Brussels Gewest blijven onder de 40%.
De verschillen zijn met name te verklaren doordat de balans in type winkelgebieden anders is in de Gewesten. Zo heeft Wallonië relatief veel aanbod in shopping centres en baanconcentraties, terwijl Brussel vooral binnenstedelijk is.
Verschillen per type winkelgebied
We zoomen verder in. Wat zijn de verschillen per type winkelgebied?
Of het nu gaat om de filialisering op basis van aantal panden óf oppervlakte, de ranking van de winkelgebieden is voor beide hetzelfde.
De binnenstad valt daarbij in de middenmoot. Dat zou je wellicht niet verwachten als je door het centrum van een stad loopt met al die bekende ketenwinkels. Deze lagere filialiseringsgraad komt met name omdat hier ook veel horeca te vinden is. En dit is juist de sector die bij uitstek de laagste filialiseringsgraad heeft (4% op basis van aantal, 7% op basis van oppervlak). Planmatige winkelgebieden en baanconcentraties hebben de grootste concentratie van ketenwinkels.
De laatste 10 jaar is de verhouding filiaalwinkels versus zelfstandigen redelijk stabiel gebleven. De grootste stijging in filialisering zien we bij speciale winkelgebieden zoals factory outlet centra. Ook bij de baanconcentraties zien we een toename van filiaalwinkels.
Verschillen per sector
De filialiseringsgraad per sector (groep) varieert grotendeels tussen de 23% en 33% van het aantal verkooppunten. Met als grote uitzondering de horeca. Kijken we naar oppervlakte dan zien we een veel grotere spreiding:
In de sector Dagelijks zijn het de grote supermarkten en in de sector Mode & Luxe de grote kledingketens die de grootste stempel op de filialiseringsgraad drukken.
Zijn verschuivingen te verwachten in de nabije toekomst?
Het is interessant om over een paar jaar te kijken welke verschuivingen plaatsvinden in de verhouding filiaalwinkel versus zelfstandigen. Wat zal de impact zijn van online verkopen? Of de vergrijzing van een grote groep zelfstandig ondernemers? Zullen zij jongere opvolgers kunnen vinden? Met onze uitgebreide historische database kunnen we goed een vinger aan de pols houden.