Vier nogal uiteenlopende winkelketens die hadden gehoopt het vege lijf te redden met goede eindejaar verkopen, moesten hun faillissement aankondigen. Blijkbaar vielen die verkopen tegen en hebben deze ketens toch de boeken dicht moeten doen.
Het waarom
In de media zijn diverse verklaringen gegeven voor de faillissementen. De meest genoemde is de concurrentie van het internet. Niet alleen zorgt het internet voor een daling in het volume van de winkelverkoop, maar het zet ook de prijzen onder druk.
Vooral Intertoys zal last van de concurrentie van het internet hebben gehad. Bij CoolCat en Sissy-Boy kwam ook de lange nazomer als reden naar voren. Consumenten hebben vorig jaar door de nazomer lang gewacht met het kopen van winterkleding en uiteindelijk ook minder aangeschaft. Op=Op lijkt zich vertild te hebben aan de (te) snelle groei van de keten.
Locatiestrategie als verklaring
Allemaal plausibele redenen en zoals altijd spelen er meerdere factoren een rol. Zo is ook de locatiestrategie van de winkelketens vaak medebepalend bij het faillissement. Of dat ook voor deze ketens geldt is uitgezocht met behulp van onze Retail Risk Index. Dit is een inschatting van het voortbestaan van een specifieke winkel op een specifieke plek. Hoe groter de kans is dat een winkel over een jaar niet meer op een plek zit, hoe hoger de risicoscore is.
De inschatting van de risicoscore gebeurt op basis van een aantal criteria. Speciaal voor deze vraag is naar drie factoren gekeken:
- De Straat; veel leegstand in een straat, veel mutaties van winkels en ombouw van winkels naar woningen, hebben een negatieve impact op de uitstraling van die straat. Op termijn zal dat zorgen voor minder winkelend publiek in die straat. De kans om daar nog geld te verdienen is dan niet zo groot meer. Winkels die dan nog wel in die straat zitten komen dan vaak op termijn in de problemen en hebben dus een hoog ‘Straat-risico’.
- De Branche; in het veranderde Nederlandse winkellandschap zien we dat sommige branches langzaamaan verdwijnen uit bepaalde soorten winkelgebieden. Zo zien we bijvoorbeeld geleidelijk het aantal kledingwinkels in kleinere winkelgebieden verdwijnen. Een kledingwinkel in een dorpscentrum heeft daarom een hoog ‘Branche-risico’.
- De Markt; voor een winkel wordt op basis van het verzorgingsgebied een inschatting gemaakt van de concurrentiedruk. Relatief veel concurrentie geeft een hoge concurrentiedruk. Samen met de kwaliteit van de locatie van de winkel bepaalt dat het ‘Markt-risico’.
De vier failliete formules
Kijken we naar Intertoys dan is het duidelijk dat vooral de branche een hoog risico veroorzaakt. Het risico van speelgoedwinkels verschilt wel tussen winkelgebieden. Het risico in binnensteden en grootschalige winkelgebieden is duidelijk kleiner dan in de centra van middelgrote steden. Juist in de centra van middelgrote steden is Intertoys relatief sterk vertegenwoordigd. Intertoys heeft daardoor een bovengemiddeld Branche-risico. In een aantal centra is Intertoys waarschijnlijk te lang blijven zitten.
Bij Op=Op geeft de locatiekeuze de duidelijkste verklaring van de problemen van de formule. Van de winkels ligt bijna de helft in een straat met een hoog risico (in de branche ligt 1 op de 3 winkels in een probleemstraat). Het lijkt erop dat Op=Op vooral gekozen heeft voor goedkope locaties en onvoldoende gelet heeft op de ontwikkelingen in de gekozen straat. Heeft zo’n straat op lange termijn voldoende perspectief om als winkelstraat voort te bestaan? Bij de aangekondigde doorstart en de waarschijnlijke sanering die daarop volgt is dat wel iets om serieus mee te nemen in de keuze van de winkels om mee verder te gaan.
De formule Sissy-Boy is vooral te vinden in winkelgebieden met een heel hoge concurrentiedruk. Sissy-Boy kiest vooral voor winkelgebieden waar ook veel andere modeketens zijn gevestigd. In die winkelgebieden hebben ze dan mindere locaties dan de concurrenten. Buiten dat lukt het dan onvoldoende om onderscheidend te zijn ten opzichte van de concurrentie.
Coolcat is de vreemde eend in de bijt. Op alle risico indicatoren scoort CoolCat goed. Coolcat heeft gekozen voor de juiste winkelgebieden en over het algemeen ook voor de juiste straten in die winkelgebieden. Het marktrisico is gemiddeld en zeker niet slechter dan dat van hun concurrenten. Hier zal vooral de formule een opfrisbeurt nodig hebben, voor de jeugd is CoolCat niet meer zo hip en happening als de formule in het verleden was. Vanuit de beschreven risicofactoren, is het faillissement van de Coolcat niet te verklaren.
Wat valt hieruit te leren?
Bij drie van de vier formules zijn verbeterpunten in de locatiekeuze te vinden. Dat is ook niet zo vreemd, de winkelstraat verandert in een razend tempo. Plekken die 10 jaar geleden nog prima waren voor een winkelformule zijn dat nu vaak niet meer.
We kunnen hier drie conclusies uit trekken:
- Elke keten zal elke locatie frequent moeten beoordelen en niet, zoals vaak gebruikelijk, alleen als het huurcontract expireert.
- Een huurcontract van 5 jaar is al lang, maar 10 jaar vooruitkijken is bijna onmogelijk. Vastgoedeigenaren willen heel graag zekerheid, maar hoe vervelend ook, de markt is zo volatiel geworden dat een retailer zich niet meer voor zo’n lange tijd zou moeten willen vastleggen.
- We leven in een tijd waarin data allesbepalend aan het worden is voor elke bedrijfsmatige keuze. Locatiekeuzes zijn hier zeker geen uitzondering op, maar juist een voorbeeld van.
Locatus helpt u natuurlijk graag de juiste locatiebeslissingen te nemen. Mail of bel ons als u meer wilt weten over de Retail Risk Index of de Retail Road Map, het stappenplan om tot uw optimale retailnetwerk te komen.