Leegstand: feiten, meningen en krantenkoppen

Vorige week werd ik door het ANP gebeld over de leegstandscijfers van het eerste half jaar van 2011. Uit deze cijfers blijkt dat de leegstand nog steeds toeneemt in hetzelfde tempo als dat dit de afgelopen twee jaar gebeurde. Opvallend is wel dat de leegstand in aantallen vierkante meters het afgelopen half jaar sterker is gestegen dan vorig jaar. De conclusie is dus dat de toename van de leegstand niet sneller gaat, maar dat er grotere panden leeg komen te staan.

Als we kijken naar de toename van de leegstand per type winkelgebied dan blijkt dat ook wel. Op grootschalige concentraties is de leegstand het afgelopen jaar het sterkst gestegen. Toevalligerwijs is de toename van het aantal leegstaande meters het afgelopen jaar vrijwel gelijk geweest aan de totale toename van de winkelvoorraad in Nederland. Dat die getallen zo dicht bij elkaar liggen, zien wij voor het eerst. De één stijgt, de ander daalt.

Tot zover de feiten. Kranten zoeken vooral naar nieuws en maken hier als kop van dat in Nederland wordt gebouwd voor de leegstand. Immers, het lijkt dat alle nieuwe meters óf onmiddellijk leeg komen te staan óf direct zorgen voor leegstand op een andere plek. Waarmee de stijgende leegstand ook als problematisch wordt gezien. Mijn mening is echter een heel andere en daar heb ik een tweetal argumenten voor:

Regionaal en lokaal probleem
Leegstand is grotendeels een regionaal probleem en soms zelfs een lokaal probleem. Een groot deel van de leegstand concentreert zich aan de randen van ons land met name in Limburg, Oost Groningen en Zeeland. In de Randstad ligt de leegstand veel lager.  In Noord-Holland bedraagt de leegstand slechts 4,1% ten opzichte van Limburg waar de leegstand in aantallen winkels 9,5% bedraagt. Neem bijvoorbeeld Amstelveen. Deze gemeente kent een leegstand van maar 2,2%. Iedereen zal snappen dat de (beperkte) toename van de winkelmeters die wij het afgelopen jaar in Amstelveen zagen echt niet heeft gezorgd voor een toename van de leegstand in Limburg. Dat is dus een verschil met de kantorenmarkt, waar nieuwe kantoren wel vol komen, maar de oude (structureel) leeg blijven staan. Bij winkels is de samenhang tussen nieuwe meters en stijgende leegstand veel meer toeval.

Vernieuwen is noodzakelijk
Mocht er ergens wel sprake zijn van het risico op leegstand door nieuwbouw, dan moet dat niet bij voorbaat het argument zijn om niet nieuw te bouwen. De retailsector is continu in beweging, gestimuleerd door de opkomst van internet, internationale ontwikkelingen en veel meer. Deze ontwikkelingen stellen voortdurend nieuwe eisen aan het winkelvastgoed. Bijvoorbeeld een schaalvergroting. Wil de retailsector ook in de toekomst de concurrentie met het internet aan kunnen, dan moet zij zichzelf blijven vernieuwen. En dat betekent simpelweg herontwikkelen en/of nieuw bouwen. Soms kan dat in beperkte mate zonder problemen, maar in gebieden met nu al grote leegstand moet er meer creativiteit aan de dag worden gelegd.

Oplossing?
De oplossing voor de stijgende leegstand is dus zeker niet om een kaasstolp over ons retailvastgoed te plaatsen. Ik ben ervan overtuigd dat dat op termijn alleen maar leidt tot nog meer leegstand. Want zonder vernieuwing, verandering en verrassing gaan consumenten nog meer uitwijken naar internet. In sommige gevallen moet, bij het toevoegen van aanbod, een oplossing worden gevonden voor minder courant bestaand aanbod. Zoals slopen, herbestemmen of verplaatsen. En helaas… Dat kost geld!

Gertjan Slob is Directeur Onderzoek bij Locatus. Tijdens zijn werk is hij continu bezig met het analyseren van retaildata. Hierbij signaleert hij regelmatig opvallende trends en ontwikkelingen. Hij is dan ook een veelgevraagd spreker.

Niets meer missen?

Wilt  u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van retail?

 

Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief of ons blog.