Welke gevolgen heeft e-shoppen voor de vraag naar kledingwinkels?

Begin deze eeuw werd aangenomen dat e-shoppen de grootste invloed zou hebben op branches die eenvoudig vergelijkbare producten of diensten verkopen (cd’s, boeken, reizen, wit- en bruingoed). Maar nu blijkt dat ook branches waarbij de beleving belangrijk is, terrein winnen op internet. Voor mij een reden om een afstudeeropdracht te kiezen over de invloed die het e-shoppen heeft op de vraag naar kledingwinkels door retailketens.

Visie retailketens
Om inzicht te krijgen in de invloed van e-shoppen op de vraag naar kledingwinkels heb ik een aantal grote modeketens geïnterviewd. Volgens de respondenten van mijn onderzoek is het e-shoppen niet persé een bedreiging voor de omzet in hun winkels. De afgelopen jaren hebben ze niet gemerkt dat hun ‘fysieke omzet’ daalde. Gebeurde dat wel, dan zien ze de crisis en demografische gebeurtenissen als grootste oorzaak, en niet het internet.
Men ziet de omzet die verdiend wordt in e-shops als extra bovenop de fysieke omzet. De geïnterviewden benadrukken dat in de toekomst winkelen helemaal Multi-channel gaat worden. Fysiek en digitaal winkelen zal daarbij helemaal verweven zijn. Het wordt in de toekomst dus steeds moeilijker om een scheiding tussen omzet fysiek en digitaal te maken.

Neem het volgende voorbeeld. Als een consument zijn maat niet kan vinden in een fysieke winkel en de verkoper helpt deze persoon door het product via iPad online te bestellen, is het dan een fysieke of digitale verkoop? De winkel wordt een poort voor de online verkoop en de e-shop een poort voor de winkel. Deze wisselwerking wordt de kern van het nieuwe winkelen. Dit verklaart mede waarom ketens er voor kiezen om winkels te behouden terwijl die minder omzet draaien. Die winkel kan immers belangrijk zijn voor de omzet die bij de e-shop wordt behaald.

Locaties van de toekomst
Door de sterke wisselwerking tussen e-shoppen en fysiek shoppen neemt het belang van de locatie nóg meer toe. Men kiest voor locaties waar voldoende winkelpubliek komt. De komende jaren willen de ketens nog op de volgende locaties hun winkels behouden en aanhuren:

  • Binnenstad
A1-, A2-, B1- en B2-segmenten
  • Hoofdwinkelgebied groot
A1-, A2-, B1- en B2-segmenten
  • Hoofdwinkelgebied klein
A1-, A2-, B1-segmenten
  • Kernverzorgend centrum groot
A1- en A2-segmenten
  • Stadsdeelcentrum
A1- en A2-segmenten
  • Binnenstedelijke winkelstraat
A1- en A2-segmenten

Dit wetende, heb ik gekeken naar de invloed die e-shoppen heeft op kledingwinkels. In mijn onderzoeksgebied (Utrecht, Noord en Zuid Holland) blijkt dat 20.500 m² niet meer voldoet aan de vraag van de retailketens. Dit is 11% (18.500 m²)  van de beschikbare oppervlakte op C-locaties.zijn  De overige 2.000 m² die niet aan de vraag voldoet ligt op B2-segmenten buiten de Binnenstad en Hoofdwinkelgebied groot. Het gaat hier om minder dan 1% van de winkelpanden op B2 locaties.

Of dit wil zeggen dat hier ook 20.500 m² leeg komt te staan is nog maar de vraag. Waarschijnlijk zal een groot deel van dit aanbod in winkelpanden worden ingevuld door andere branches. Of de panden krijgen een andere functie. De mate waarin dit gebeurt zal bepalen hoe sterk de leegstand toeneemt.

Conclusie:
Slechts een klein deel van de locaties van kledingwinkels voldoet niet meer aan de huidige eisen, maar het overgrote deel voldoet de komende jaren nog aan het eisenpakket van de retailketens. Daarmee kan worden aangenomen dat de invloed van e-shoppen op de vraag naar panden voor kledingwinkels zich beperkt tot de C-segmenten.

Gertjan Slob is Directeur Onderzoek bij Locatus. Tijdens zijn werk is hij continu bezig met het analyseren van retaildata. Hierbij signaleert hij regelmatig opvallende trends en ontwikkelingen. Hij is dan ook een veelgevraagd spreker.

Niets meer missen?

Wilt  u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van retail?

 

Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief of ons blog.