De afgelopen weken hebben wij u 4 scenario’s voorgeschoteld. Vier scenario’s die invloed hebben op onze dierbare winkelvoorraad. Want dierbaar is het winkellandschap voor veel mensen en zeker voor Locatus. Maar we moeten wel realistisch blijven.
Laatst kreeg ik de hoopvolle vraag “Meneer Nieland, er zijn toch ook wel geleerden die zeggen dat er winkels bijkomen?” Daar geloof ik helaas niet in, dus als u die verwachting heeft voor de toekomst moet ik u teleurstellen. Er zijn uiteenlopende redenen waarom het winkelen afneemt. We noemden er al een aantal, zoals bevolkingsafname (in delen van het land), online shoppen en technologische ontwikkelingen. Maar er zijn meer ontwikkelingen die een rol spelen:
- We gaan weer met twee benen op de grond staan. Gingen we eerst voor een tweede en een derde hypotheek, nu gaan we voor extra aflossen. We kunnen de euro’s maar één keer uitgeven, dus er is minder beschikbaar voor shoppen.
- Waar we nu nog vaak voor nieuw, mooier mooist gaan, wordt steeds meer naar duurzaamheid gekeken. Waarom zou ik zelf een boormachine kopen als ik die met mijn buurman kan delen? Waarom iets nieuws kopen als het nog prima werkt? We gaan steeds meer richting een deeleconomie.
- Nederland vergrijst (en ik ook). Hierdoor veranderen de bestedingspatronen van detailhandel naar dienstverlening. De groep ‘rijke ouderen’ heeft immers al een volle kledingkast en het huis ingericht. Maar men gaat wel uit eten, naar de kapper of de apotheek.
Laten we nog eens kijken hoeveel (gevulde) verkooppunten we nog binnen winkelgebieden zullen hebben volgens de vier scenario’s die we besproken hebben:
Deze scenario’s zijn gebaseerd op het doortrekken van een trendlijn. Dit geeft een goed inzicht in de bandbreedte waarin we moeten denken. En dat we ECHT te maken gaan krijgen met flinke krimp. Voor een aantal branches zijn de grootste klappen al gevallen, en zal dit in de toekomstige jaren wat meer afvlakken.
De buitenste scenario’s zijn volgens ons te optimisch (links) of te pessimistisch (helemaal rechts). Wij verwachten dat op landelijk niveau (dus ook inclusief verspreide bewinkeling) er tussen de 22.000 en 36.000 gevulde panden moeten verdwijnen als verkooppunt om een aantrekkelijk winkellandschap over te houden. Deze krimp is al ingezet. Zo zijn de afgelopen 1½ jaar al 750 verkooppunten verdwenen uit de winkelvoorraad.
De klappen zullen lokaal veel verschillen. De 15 grootste steden (funshoppen) en buurtwinkelcentra (dagelijkse boodschappen) zullen weinig met krimp te maken krijgen. In steden zoals Amsterdam en Utrecht kunnen we zelfs nog groei verwachten. De grootste klappen zullen vallen in de centra van de middelgrote steden.[1] Dit ziet u terug in onderstaande risicoprofilering per type winkelgebied.
Ook zullen in streken met de grootste bevolkingskrimp de klappen het hardst zijn.
Dat we rekening moeten houden met krimp is niet nieuw. Maar met de 4 scenario’s willen we benadrukken dat het niet om een vage voorspelling gaat, die nog alle kanten op kan gaan. Er zijn heel veel concrete aanwijzingen dat we hard moeten werken aan een compactere winkelmarkt. Met aandacht voor groei en krimp op basis van het koopgedrag van de consument.
[1] Met behulp van de Retail Risk Index (RRI) kun je het potentieel van deze middelgrote steden ook ranken. Interesse in deze analysetool? Mail naar info@locatus.com of bel ons op 0348 – 490290. Wij komen graag langs voor een uitleg over de RRI.